Kokyu-Ryoku Fujita Sensei

Kokyu-Ryoku Fujita Sensei
blank

Door Renshinkan

08/09/2025


Interview met Fujita Sensei, 8e dan, technisch adviseur van de British Aikido
Federatie


(BAF) en de Nederlandse Culturele Aikikai Federatie (NCAF) door Peter Megann
tijdens de
BAF-zomerschool van 1994.


PM
Kokyu-ryuku (ademhalingskracht) is een essentieel, maar zeer moeilijk, bijna
mysterieus concept van aikido. Is het voor Japanners even moeilijk te begrijpen als
voor Westerlingen?


FS

Ja, dat is het.


PM
Kunt u het vanuit uw eigen ervaring en uw relatie met O-Sensei voor ons enigszins
verhelderen?


FS
Het is niet gemakkelijk onder woorden te brengen, hoewel het nog moeilijker is om
het in praktijk te brengen! Het is een levenstaak om het te begrijpen. Ten eerst is het
van belang in te zien dat er twee soorten krachten zijn. Er is spierkracht en er is
kokyu-ryoku, of ademhalingskracht. Wanneer over kracht in verband met sport wordt
gesproken gaat het in het algemeen over spierkracht. Het is bijvoorbeeld met
spierkracht waarmee iemand je arm vastpakt, en dan is die bovendien
geconcentreerd op één bepaalde plek. Als we iemand willen optillen gebruiken we
spierkracht. In aikido gebruiken we niet deze spierkracht, maar een kracht van
binnenuit. We proberen niet te tillen of te duwen.


PM
Maar het is toch ook niet mystiek? Ik denk dat sommigen dat wat ki-kracht heet, een
beetje esoterisch vinden, iets waarvoor speciale training is vereist om het te
ontwikkelen. Of is kokyu-kracht in feite een fysieke kracht, maar een andere wijze
waarop je je lichaam gebruikt, een gebruik van energie zonder tussenkomst van de
spieren?


FS
Kokyu-ryoku is kracht van het hele lichaam. Al onze energie gaat naar buiten,
breidt zich uit, strekt zich uit. Vergelijk het met een ballon. Een ballon is niet leeg,
daarin is een kracht, een druk naar buiten die gelijk is verdeeld over het hele
oppervlak ervan. Zo zou ons lichaam moeten zijn in aikido, met gelijk verdeelde druk
binnen het geheel: in de handen bij het maken van contact, in de voeten op de
grond; in ieder deel ervan zou de druk gelijk moeten zijn. Maar het is makkelijk
gezegd en zonder betekenis als we het niet kunnen toepassen in aikido. Ik zeg niet
dat fysieke kracht geen rol speelt, de vraag is hoe het wordt gebruikt. Ki is de
samenwerking van geest (mind) en lichaam. Een groot persoon kan erg sterk zijn,
maar als hij niet weet hoe geest en lichaam samen te gebruiken, heeft zijn kracht in

aikido geen waarde. Sommige aikidoka’s besteden veel tijd aan het bestuderen van
ki en het verbinden van lichaam en geest. Dit is allemaal goed en aardig, maar de
vraag is of ze het weten toe te passen. Het is ki-kracht, waardoor lichaam en geest
samenwerken. In de theorie van aikido vinden we dit vanzelfsprekend terug, als shin
toitsu, maar van belang is of je het voor je kan laten werken of niet. Ki-kracht is
overal aanwezig, niet alleen in één deel van het lichaam. Je kan het vergelijken met
een opwellende bron: het komt uit het centrum of de seika tanden. Zonder balans is
er geen ki hetgeen balans erg belangrijk maakt. In de balans ligt de oorsprong van ki,
daar ligt het begin. Voor zover men denkt dat een verkleedpartij volstaat om ki te
genereren, zitten we met een probleem. Zoals al eerder gezegd komt wat we
normaal spierkracht noemen van de spiercellen, die uitzetten en inkrimpen.
Ademkracht, waarbij wel spieren en botten betrokken zijn, komt niet voort uit
spierkracht. Hier hebben we het over tai-ko-atsu. Tai-ko-atsu kan je vergelijken met
de werking van een ballon. Het is een kracht van binnenuit en ligt in de organen. Het
is niet de fysieke, waarneembare spierkracht. Er is wel vijf maal zoveel kracht van
binnenuit mogelijk als van de spieren. Van oudsher kennen we verhalen van oudere
vrouwen, die bij brand enorm zware lasten in veiligheid hebben gebracht. Het was
duidelijk dat dit niet met spierkracht alleen mogelijk zou zijn geweest. In normale
omstandigheden zouden zij de zware last niet hebben kunnen verplaatsen, maar in
de brand konden ze er rennend mee op de vlucht gaan. In aikido gaat het erom deze
innerlijke kracht altijd werkzaam te maken. En hierover bestaan de meeste
misverstanden: het gaat hier niet om techniek of waza. Sommigen denken dat het
hard trainen is waarom het gaat en zijn gelukkig wanneer ze zich hebben uitgeput.
Maar dit is onzin. Belangrijk is het om intelligent te trainen, de juiste techniek eigen te
maken en geen inspanning te verspillen. Er zijn mensen, die plotseling op een dag
ademkracht begrijpen. Het heeft niets te maken met dan graden. Er zijn 3e en 4e
danners, die het niet begrijpen. O-Sensei schonk ons wat we noemen ryo, een
trainingsmethode waarmee we onze kokyu ryoku kunnen ontwikkelen. Voor
beoefenaren van kendo en karate is kokyu-ryoku van aikido moeilijk te vatten. Ze
kunnen het niet voelen. Maar toch is het noodzakelijk voor judo, kendo en zelfs
sumo. Als je het begrijpt kan je wie dan ook gooien. De beroemde sumoworstelaar
Futabayama begreep het. Hij was meer dan 60 seizoenen kampioen alhoewel hij
halfblind was. En waarom? Omdat hij kokyu ryoku had. Hij was de uitzondering. Hij
kon mensen met een vinger omduwen. Hij won altijd door te ontvangen (uke) en
verloor nooit.


PM
Over het algemeen doen we suwari-waza kokyu-ho aan het eind van de training. Als
het zo’n belangrijke, voorbereidende oefening is, waarom doen we het dan niet aan
het begin ervan?


FS
Omdat het het moeilijkste is om te begrijpen. Zouden we het eerst moeten begrijpen
dan zouden we helemaal niet meer aan aikido toe komen. Daarom oefenen we het
een beetje aan het eind van de training, maar het kan natuurlijk ook aan het begin
worden gedaan.

Vertaling: Fons Verhoeven. Uit: Aiki-Info, februari 1996. Oorspronkelijk uit: British
Aikido

Federation Newsletter, juli 1995.

Misschien vind je dit ook leuk…

Website gemaakt door:  Tam marketing